ALMERIMAR - SICILIE

Heureux qui comme Ulysse a fait un beau voyage et qui plein d’usage et de raison vient vivre chez ses parents le reste de son âge.

Maandag, 30 april :

We vertrokken met de trein uit Oostende om 07.40 en na een overstap te Brussel-Noord kwamen we ruimschoots op tijd aan te Zaventem om de vlucht van 10.45 naar Malaga te nemen. Toen we om 14.00 landden was Yves reeds present. Na een half uurtje wachten kwam Francine eraan en vertrokken we richting Almerimar.

We brachten een bezoekje aan Bob en Marlies die ons hun toekomstig huis lieten zien.

Dinsdag, 1 mei :

Dag van de arbeid, dus werd er niet gewerkt.Er stond een stevige ZW 8.

s Avonds gingen we Paëlla eten.

Woensdag, 2 mei : Nog steeds veel wind. De roestplekken op het dek werden afgewreven en beschilderd met « roumène ». De raad van Fred om de plekken 9 « couches » geven werd niet opgevolgd. ‘s Avonds werden we door Fred uitgenodigd om een partijtje SET te spelen.

Donderdag, 3 mei : Veel wind en regen in de voormiddag. ‘s Namiddags werd er gebridged en ‘s avonds na een vismaaltijd gerikikiet.

Vrijdag, 4 mei : Mooi weer maar veel wind. Veel gewerkt.

Zaterdag, 5 mei : Minder wind. Groot nazicht. We krijgen een hoopvol weerbericht van Bob.

Zondag, 6 mei : Eindelijk is het zover. We vertrekken om 11.00 met ZW. 4 à 5.De motorstand is 3731 uren. Alle zeilen worden bijgezet en we lopen zonder motor 6 knopen.

Om 15.30 leggen we aan in Aguadulce. Een klein maar gezellig haventje. Terrasjes

langs de kade. Het is mooi weer en we gaan een pilsje drinken om te bekomen van de emoties die we doorstonden doordat Yves moest manouvreren zonder « achteruit ». De motorstand is 3733.

Maandag, 7 mei : We vertrekken om 9.00. Het is windstil. We zien grote aantallen dolfijnachtigen,

Globicephala malaena, die rond een dode potvis zwemmen.

Om 19.00 komen we aan te Garoucha. Wegens gebrek aan plaats meren we aan langs de fuelpomp. Aan de overzijde wordt telkens 1 vrachtschip geladen terwijl andere schepen buiten de rede op hun beurt wachten..

Garoucha heeft een mooie lange zeedijk, één lange hoofdstraat met nabij de haven een moderne supermarkt (ARBOL). Langs de oostkant bevinden zich talrijke nieuwe vakantiehuizen die in dit seizoen nog onbewoond zijn. Motorstand 3748.

Dinsdag, 8 mei : NO. 5 à 7. De golven slaan over de havenmuur. De namen van de boot en de huishaven worden opgeplakt De fueltanks en de luchtfles worden gevuld. De fuel kost 29,5 fr per liter. We tanken 340 l.

Woensdag, 9 mei : We knappen wat klusjes op.

Donderdag; 10 mei : We vertrekken om 7.45 met ZW. 5 à 6. Met alle zeilen en motor op 1OOO toeren lopen we 6,6 knopen . De kust bestaat uit hoge rotsen. Windturbines wijzen erop dat hier meestal veel wind staat. Er dreigt een onweder, de wind neemt toe en we besluiten Carthagena binnen te lopen. Yves verdwijnt voor de zoveelste maal in machinekamer want hij wil dat de motor steeds « gesmeerd » loopt. Beter voorkomen dan genezen, is de boodschap.

Carthagena is een historische stad met enkele gezellige straten. Het is reeds laat als we enkele tapa’s gaan eten. Goedkoop maar lekker.Aan de haveningang troepen zwarte jonge dames samen die hun diensten aan de voorbijgangers aanbieden. Wij worden echter niet benaderd, hoe « verwaaid » moeten we eruit gezien hebben.

Vrijdag, 11 mei : N. 2. Vertrek om 8.45. Aankomst in Torreveija om 17.00. Gans de maand mei is er een groot feest met enorm veel lawaai. Er zijn kermisattracties en veel tenten waar gegeten en gedronken wordt. Er zijn speciale danstenten waaruit luide Spaanse muziek weerklinkt. Talrijke kleine kinderen mooi uitgedost in prachtige Flamencopakjes wagen er hun eerste Flamencodanspasjes luid aangemoedigd door ouders en verwanten.

Zaterdag, 12 mei : Windstil. Maurice en Norbert trekken erop uit om inkopen te doen en te proberen een « carpenteria madeira » te vinden waar men een nieuwe vloer voor de toiletkamer zou maken. We worden van Piet naar Pol gestuurd en als we eindelijk na de halve stad rondgezeuld te hebben een timmerman vinden , blijkt die tijdens het weekend niet te werken.

Als we geladen als muilezels met onze boodschappen de boot bereiken zitten Doortje, Guy en zoon reeds op het voordek om de aperitief te nuttigen. Ze verblijven een 14-tal dagen in een huis van vrienden en vereren ons met een bezoek.

We vertrekken om 14.30. De wind steekt op en we varen onder zeil tot 21.00.

We strijken de zeilen voor de nacht. De nacht verloopt rustig. We houden om beurt de wacht. Er staat een mooie sterrenhemel boven ons. ‘s Morgens is het nevelig, we zijn op 6 mijl van Ibizza genaderd als we land zien.

Zondag, 13 mei : Om 14.30 gaan we voor anker in de baai van Espalmador.Er ligt een kanjer van een motorjacht naast ons. Het bootje wordt in elkaar gezet en we peddelen naar het strand. Het zand is helwit en zeer fijn. Het water is zeer helder maar nog aan de frisse kant.

Maandag, 14 mei : ZW.3, bewolkt. Vertrek om 6.30. We zien dolfijnen met kleintjes die voor de boeg opduiken en ons een eindje begeleiden.Om 19.30 leggen we aan aan de goedkopere steiger te Andraxt.Er is elektriciteit maar geen water. We maken kennis met een Nederlander die een achttal jaren in Oostende gewoond heeft. Zijn naam is " Vangendt  " en hij was in die tijd coach van Sunair.

In Andraxt heb je een peperdure marina, er worden talrijke appartementsgebouwen opgetrokken. Je ontmoet er voornamelijk Duitsers

Dinsdag, 15 mei : Een nieuwe vloer voor het toilet wordt gemaakt, er wordt gevernist en schoon schip gemaakt.

Woensdag, 16 mei : De rest van de witte verf wordt uitgestreken, we maken een wandeling, de was wordt gehaald en ‘s avonds eten we op het achterdek verse gamba’s die we van een visser voor een zacht prijsje kochten.

Donderdag, 17 mei: Vertrek om 6.45. Bewolkt, NO. 2. Ondanks slechte weersvoorspellingen maken we kalme overtocht naar Menorca. Om 21.00 liggen we aan de kade van Ciudadela. We hebben ongeveer 400 mijl achter de rug.

Vrijdag, 18 mei : NO. 6 à 7. Veel deining. De storm die gisteren voorspeld werd schijnt ons bereikt te hebben.De boot wordt beter afgemeerd om schade aan de reling te voorkomen.We bezoeken het mooie stadje met zijn van Arabische oorsprong gezellige binnenstad.Je treft er een wirwar van smalle steegjes aan met een aantal pleintjes. De belangrijkste gebouwen stammen uit de XVIIde eeuw. De kathedraal werd in de XIVde eeuw gebouwd.

Het zijn voornamelijk Engelse toeristen die hier rondkuieren.

Zaterdag, 19 mei : NO. 7 à 8. We wachten beter weer af.

Zondag, 20 mei : NO. 8 à 9. Met zandpapier wrijven we het houtwerk af dat daarna gevernist wordt of ingewreven met olie.

Maandag, 21 mei : N. 4. Het is een grijze dag, maar de weersvoorspelling stemt ons hoopvol. We doen boodschappen om proviand op te slaan voor de grote overtocht. Het is nu nog wachten op de electricien om de GPS en radar te herstellen. We tanken 270 l diesel. Radar en GPS zijn hersteld. Het is te laat om nog te vertrekken.

Dinsdag, 22 mei: Windstil. We wekken de Duitsers die naast ons liggen en om 6.30 vertrekken we.

We varen langs de rotsige zuidkust van Menorca. Het eiland is vlak met hier en daar enkele heuvels van 100 tot 200 m hoog. Om 11 uur laten we Menorca achter ons en kiezen we het ruime sop. Er staat nog veeel deining van de voorbije storm. Om 11.45 duikt een zeeschildpad vlak naast ons aan bakboord op.

Door de hevige deining sneuvelt de tafel voor de 2de maal. Het euvel wordt snel maar niet definitief hesteld.De vislijn wordt uitgezet. Alles wat we tot hiertoe aan de haak sloegen is een plastic zak.

Om 13.20 drijft een 2de zeeschildpad voorbij. Een derde wuift ons met één poot boven water na. Meeuwen zweven rakelings langs het zee-oppervlak op zoek naar buit. Een klein vogeltje landt op het voordek. Het trippelt parmantig rond de boot.

Het wipt op mijn hand en laat zich gewillig over de helgele borst aaien terwijl zijn kwikstaartje op en neer wipt.Na enkele uren bij ons vertoefd te hebben vliegt het op en vertrekt met een laatste « tsjiep » in golvende vlucht in de richting van de zon.

Het is 3 uur in de morgen. We varen onder een immense sterrenkoepel die ondersteund wordt door een heldere band, de melkweg.

Aan de horizon duikt een licht op. Een schip ? Na enige tijd bevindt het zich boven de horizon. Het is Venus.

Om 5 uur vervagen eerst de melkweg, daarna de andere sterren. Alleen Venus en Jupiter blijven zichtbaar. De enkele wolkjes kleuren rood, oranje daarna geel, wit. Een vliegtuig trekt een witte streep door de blauwe lucht. Aan de oostelijke horizon een donkergrijze wolkenmuur met daarin een oranje spleet. Daaruit stijgt de zon op.Eerst verschijnt haar kruin en enkele ogenblikken later vertoont ze zich in volle glorie. Een nieuwe dag is geboren.

Woensdag, 23 mei : Windstil. De zee is olieachtig. Ontelbare kwalletjes deinen op het water. Ze zijn plat en hebben een ovale vorm. Bovenop is een driehoekig uitsteeksel dat fungeert als zeiltje. Om 15.3O zetten we alle zeilen bij en lopen om 19.30 Carloforte binnen. Hier werd vroeger de tonijnvangst bedreven. Men ziet er geen toeristen.’s Avonds zijn de pleintjes vol van de lokale jeugd die in groepjes op en neer lopen, de jongens zich macho gedragend en de meisjes pronkend. We gaan een pizza eten zoals we er nog nooit een gehad hebben. De motorstand is 3849.

Donderdag, 24 mei : We waren gisteravond doodmoe en slapen uit. Er wordt schoon schip gemaakt. Het wordt warm.

Vrijdag, 25 mei : We vertrekken om 6.00. Het is bewolkt en er staat weinig wind. We hebben 79 mijl voor de boeg. Vissers halen hun netten op. In de golf van Teulada liggen een 5-tal grauwe Amerikaanse oorlogsbodems voor anker. Een straaljager scheert door de lucht, een helikopter cirkelt boven de schepen.

Er steekt een goede 4 BF op. We zetten alle zeilen bij. Een stem waarschuwt ons via kanaal 16 om een meer zuidelijke koers te varen omdat we ons in een militaire oefenzone begeven.

We ronden kaap Spartivento, die heeft zijn naam niet gestolen. We zien talrijke surfers. De wind neemt toe met stoten van 6 à 7 BF. Enkele mijlen verder valt de wind helemaal weg en moeten we de zeilen strijken. Langs de kust strekken zich mooie zandstanden uit. Om 18.00 liggen we vast in Villasimius.

Het haventje is onlangs uitgebreid. Het is prachtig gelegen, omgeven door groene heuvels.

Zaterdag, 26 mei : Windstil. We vertrekken om 9.30 . Alhoewel de zee zeer kalm lijkt schommelt de boot enorm. We bevaren de Thyreense Zee. Onder ons is het 2620 m diep. Onder de zee bevinden zich bergen van 2500 m hoogte.

De motor sputtert. Is er een « vuiltje » in de leiding ? Vliegensvlug sluit de kapitein de toevoer af en sluit de andere tank aan. Twee uur later valt de motor stil. Een filter is verstopt. Na wat gezwoeg is alles weer OK en verloopt de rest van de tocht rimpelloos.



Zondag, 27 mei : Om 16.00 liggen we vast in Capo San Vito. Het haventje is mooi gelegen in een baai met een zandstrand. Wel duur, 1600 fr. ‘s Avonds eten we lekker op een terrasje. De inktvis smaakt super.



Maandag, 28 mei : Prachtig weer. De zomer is begonnen. Het zeewater heeft al een aangename temperatuur. Om 11.00 vertrekken we richting Palermo. Een motorbootje zit ons achterna en men wenkt ons te stoppen. We hadden vergeten te betalen. Een zeebriesje steekt op en we kunnen zeilen.

Na 35 mijl liggen we aan de kade. We bezoeken Palermo, rijk en zeer arm leven een straat van elkaar verwijderd.

Dinsdag, 29 mei : Men verzoekt ons te vertrekken, want we liggen op een privé-plaats. We tanken 100 l fuel aan 36 fr de l. Het is windstil en zeer mooi weer. Na 18 mijl liggen we vast achter 3 sleepboten langs de kade van Termini Imerese, geboortedorp van de overgrootvader van onze kapitein. Hij gaat op speurtocht naar gegevens over zijn voorvaderen, back to his roots. Hij komt in contact met « il direttore de la anagrafe, dottore FALGARINI.

Het stadje is gezellig en typisch Siciliaans. Er is een keienstrand waar ik ga zwemmen.

Woensdag, 30 mei : Het is zeer warm. We zetten het zonnescherm boven de kajuit.We krijgen elektriciteit van één der sleepboten. Het dek wordt gespoeld en afgeschrobd.

In de late namiddag wagen we de klim langs trappenstraatjes naar de kerk. Je hebt er een mooi panoramisch uitzicht over de benedenstad en de zee. In de bovenstad woont de betere klasse.

Donderdag, 31 mei : Het wordt weer bloedheet. De romp van de boot wordt schoongewreven en « geretoucheerd » vanuit het bijbootje. ‘s Namiddags gaan Y. en M. de stad in en zoeken de straat waarin overgrootvader leefde, VIA TANTILLO. Ze worden uitgenodigd in een club van gepensionneerden waar ze zich goed thuis voelen.



s Avonds eten we op een terrasje in het park. Ik krijg een gans octopusje op mijn bord. Het is 23.30 en nog warm.

Vrijdag, 1 juni : Stralend weer. De kapitein schildert gans het dek. M. zoekt weer de barbier op. Het is een unieke belevenis zich in Sicilië te laten knippen en scheren.

Het is marktdag vandaag. Duizenden mensen krioelen tussen de ontelbare kraampjes waar de luide kreten van de marktkramers niet uit de lucht zijn.

s Avonds vereert dottore Falgarini ons met een bezoek. De kapitein trakteert met champagne. We eten op het dek, zwaardvis.

Zaterdag, 2 juni : Er wordt een nieuwe gasflles geïnstalleerd. We vertrekken om 13.45. Met windkracht 2 à 3 zeilen we 2 knopen. De wind valt en met de motor bereiken we Céfalu.



Er is een klein , mooigelegen haventje. Het stadje ,dat achter een hoge rots ligt, is zeer toeristisch en heeft een mooi zandstrand.

Zondag, 3 juni : Bezoek aan de stad en naar het strand. ‘s Nachts steekt de wind op met hevige windstoten. Het zonnescherm scheurt los.

Maandag, 4 juni : Veel wind, lichtbewolkt. ‘s Avonds eten we op het dek onder de klare dekverlichting.

Dinsdag, 5 juni : Om 8.30 staat een huurauto ons op de kade op te wachten. We rijden langs de autosnelweg naar Catania. In de verte zien we de Etna.

Maurice kan een vliegtuigticket bemachtigen om de volgende dag te vertrekken. We pikken Roland op.‘s Avonds degusteren we enkele van zijn pralines met een fles Mouton Cadet.

Woensdag , 6 juni : We tanken 150 l fuel en vertrekken om 12.00. We hebben de wind pal op de kop. Zo’n 4 à 5 BF. Het water van de brekende golven spat over het dek. We lopen Capo d’ Orlando binnen. Plots voelen we een lichte schok. We zijn gestrand. Het is er 1 m diep. Dankzij de koelbloedigheid van de kapitein geraken we gelukkig los. Volle kracht achteruit ! We verlaten zo vlug mogelijk dit onheilsoord en wenden de steven naar Marina di Portorosa. Het is donker als we binnenlopen. Het achteruit aanmeren tussen twee palen is niet van de poes, maar dankzij het goede teamwork verloopt alles prima.

Donderdag 7 juni : Portorosa is een prachtige nieuwe Marina maar zeer duur. We vertrekken om 12.00 en zetten alle zeilen bij. We lopen 2 à 3 knopen. Na een uurtje verzwakt de wind en daalt de snelheid tot 1,4 knopen. We motoren naar Milazzo. We maken ons vast aan een Zwitsers jacht. De ligplaats is voorlopig gratis.

Vrijdag, 8 juni: Windstil. We varen naar het dichtstbijzijnde Eolisch eiland, Vulcano. We gaan voor anker en zwemmen naar het zwarte strand van het groene eiland. Later varen we naar Porto di Levante. Het haventje ligt naast een nog actieve krater. Kleine wolkjes stijgen uit de krater op. Omdat we niet veilig liggen varen we naar het volgende eiland Lipari. Als we aanleggen worden we door zeer bereidwillige mensen geholpen. Alhoewel er geen liggeld hoeft betaald te worden, eisen ze toch 30.000 lire. De volgende dag laten we ons weer voor dezelfde som oplichten.

Zaterdag, 9 juni : Gedurende de vooravond en de nacht stond er een grote deining. Het is snikheet. We doen wat opknapwerk. Ik bezoek de vesting met zijn historisch museum. Je kunt er potten bekijken vanaf de steentijd tot de middeleeuwen.

Zondag, 10 juni: Windstil. We zetten koers naar Salina. Om 12.00 kunnen we alle zeilen bijzetten. We lopen 3 knopen. We zeilen voorbij een sneeuwwitte groeve van puimsteen.

De wind valt en de kapitein gaat te water. Met een koord rond zijn middel schuurt hij met een borstel de romp van de bootaf om aangroeisels te verwijderen. Daarna laat ik me aan een touw in het verfrissende zeewater voortslepen. Roland kan zijn hartje ophalen aan het roer.

We lopen Santa Marina Salina binnen. Een splinternieuw Marinaatje, voorlopig gratis. Er is elektriciteit maar geen water. Je kunt er kopen aan 40.000 lire voor 500 liter. Salina is bekend voor zijn Malvasia-wijn en zijn groene kappers. De film « Il Postino » werd er verfilmd.

Maandag, 11 juni : Er staat een 4 à 5 Bf. We varen buiten om eerst fuel te tanken en daarna te zeilen. Roland is in blijde verwachting. Dubbele pech; het tankstation is gesloten en de wind wakkert aan met vlagen van 7 à 8 Bf. We lopen de Marina binnen maar door de hevige windvlagen krijgen we problemen bij het aanmeren. Andere boten komen ook in de problemen. Na een uur hard labeur liggen we goed vast. De kapitein stapt in het bijbootje om het tweede anker bij te zetten. Daarna duikt hij 7 m diep om het eerste anker te verplaatsen. Voor de rest van de dag hebben we hem niet veel meer gehoord.

s Avonds bereidt Sergio, een nog kwieke 70-jarige Italiaanse jachtman, met behulp van hulpkok Roland een heerlijke « spada (zwaardvis) à la maniera de Salida » met gemarineerde aubergines. We eten op de kade, en of het smaakt ! De Malvasia, de witte en de rode wijn ontbreken natuurlijk ook niet.



De Duitse charterboot ligt weer naast ons. Het zijn vriendelijke mensen maar ‘s avonds zingen ze luidkeels heimatliederen.

Dinsdag, 12 juni : Windstil en snikheet. Bijbootje ophijsen en opplooien, trossen losmaken en ankers ophalen. We vertrekken naar Lipari om te tanken. Aan de eerste pier, de goedkoopste, tanken we 337 l fuel en vullen de watertanks voor 15.000 lire.

We keren terug naar Salina en eten ‘s avonds op de kade zelfbereide pasta met tonijn en als toetje nectarines in Malvasia. Het weer lijkt te veranderen.

Woensdag, 13 juni : Bewolkt. Roland probeert tevergeefs de ruiten schoon te krijgen. De kapitein draagt het schaduwzeil naar een mevrouw om het te laten verstellen. We huren een scooter en doen om de beurt een ritje. Er zijn maar drie gemeenten op het eilandje.

Donderdag, 14 juni : Windkracht 4 à 5. We zeilen naar Panareia, het Saint-Tropez van de rijke Sicilianen. We gaan voor anker in een baaitje met een mooi zandstrand. Door het grote aantal boten moeten we in dieper water ankeren. Felle windstoten doen het anker krabben. We halen het anker op en zeilen verder naar Stromboli.Het is net een reuzenterril die uit de zee oprijst. Hevige windvlagen doen ons een snelheid halen van 5.4 knopen scherp aan de wind. Het wordt donker en we varen op de motor naar de plaats waar de erupties van de vulkaan zouden te zien zijn. Doordat er wolken rond de krater hangen valt er niets te zien en keren we terug naar Salina. In het donker leggen we om 1.30 veilig aan.



Vrijdag, 15 juni : Windstil. Genieten van het mooie weer en de prachtige omgeving. ‘s Avonds eten we « calamares repieni », om je vingers van af te likken.

Zaterdag, 16 juni : Windkracht 1. De kapitein wordt in een harnas de mast in gehesen om een losgeraakte antenne vast te zetten. We varen om 12.00 uit. De motor wordt afgezet, we willen de zeilen hijsen maar merken dat de vallijnen door de hevige wind van eergisteren klem zitten in het want. Nogmaals moet de kapitein de mast op. Na een half uur zwoegen kunnen we eindelijk de zeilen hijsen en dobberen we langs de kust voort. Als we terug vastliggen meent Yves een los anker te zien liggen. Het blijkt het anker van « de Engelsman » te zijn. Na een aantal duikbeurten lukt het hem het anker op de goede plaats te krijgen. Dit levert hem een uitnodiging en ons een fles wijn op. Avondmaal; lamskoteletten met verse boontjes, courgetten en de fles wijn.

Zondag, 17 juni : De krachtige wind die men voorspeld had, is tijdens de nacht opgestoken. Windkracht 6 à 7. We maken er een luie dag van. In de late namiddag loopt Sergio met zijn twee passagiers binnen. Hij heeft zijn anker aan Stromboli verloren. Hij zit diep in de put.Iedereen wil hem troosten.

Maandag, 18 juni : Veel wind. Binnen wordt schoon schip gemaakt.Roland en ik boeken onze ticketten voor de vleugelboot. Het laatste avondmaal van Roland bestaat uit verse sneden tonijn met ratatouille. ‘s Nachts haalt de sirocco fel uit met windstoten van 8 à 9 vergezeld van striemende regenvlagen. Op alle boten zie je ongeruste mensen trossen, fenders, ankerkettingen en luiken controleren.

Dinsdag, 19 juni : 5.30. We staan op om Roland uit te wuiven. Er komen opklaringen maar de sirocco blaast nog altijd. Na een stroomonderbreking van 5 dagen krijgen we weer elektriciteit.

Woensdag, 20 juni: Comme Ulysse, je suis heureux que j’ai put faire ce beau voyage. Gedurende die twee maanden heb ik Yves leren waarderen om zijn menselijkheid en om zijn capaciteiten als kapitein. Ik heb ook de mogelijkheden van « DE HOLDA » leren apreciëren en last but not least heb ik me kunnen herbronnen en een deel van mezelf teruggevonden .

Norbert Callebaut

Salina 20/07/01

Main Site Yves Campana